Stel jezelf even voor in 10 seconden. Wie ben je en wat doe je?
Mijn naam is Johnny Hooyberghs en ik ben momenteel consultant, ontwikkelaar en software architect bij Involved, één van de bedrijven van De Cronos Groep.
Ik zit meestal als consultant bij klanten en dat doe ik nu sinds 2014. Voordien heb ik sinds 2008 gewerkt voor een softwarebedrijf dat software maakt voor rust- en verzorgingstehuizen. Ik heb altijd professioneel in de technologie gezeten, dus ik probeer mij daar ook heel erg in te verdiepen en expert te zijn.
Naast mijn voltijdse job als softwareontwikkelaar, heb ik ook 10 jaar lang lesgegeven aan CVO Antwerpen, een centrum voor volwassenonderwijs met een opleiding softwareontwikkeling. Dat lesgeven heb ik altijd heel leuk gevonden en was eigenlijk mijn eerste, uit de hand gelopen, bevlieging. Ik heb altijd energie gevonden in het helpen van andere mensen en hen bij te leren over softwareontwikkeling. Twee jaar geleden is dat lesgeven jammer genoeg moeten stoppen omdat het nog moeilijk was dat te combineren met mijn voltijdse job en andere interesses.
Door mijn obsessie om anderen iets bij te leren en het feit dat ik gestopt was met deeltijds lesgeven, ben ik eigenlijk in de conferentiewereld gerold. Ik gaf zo nu en dan al lezingen en presentaties voor Vlaamse communities zoals VISUG (The Visual Studio User Group) en AZUG (The Azure User Group). Ik vond dat heel leuk om te doen en heb dan in 2018 de stap gewaagd om ook internationaal op softwareontwikkeling-conferenties te spreken. Dat lukte beter dan ik had kunnen dromen en ik ben dan ook snel door een aantal organisaties uitgenodigd. Vandaag, 3 jaar later, spreek ik jaarlijks op tientallen internationale softwareontwikkeling-conferenties en het is ook mede daardoor dat ik in 2020 de Microsoft MVP award voor Developer Technologies heb mogen ontvangen. Deze is trouwens in 2021 verlengd voor een tweede jaar 😊
Ik probeer echt expert te zijn in alles wat .NET is. Momenteel spreek ik graag over alles wat nieuw is in .NET en C# met vooral een focus op backend development. Ik ben ook heel toevallig, uit persoonlijke interesse, in quantum computing gerold. Ook over dit topic spreek ik meermaals per jaar. Op dit moment ben ik een boek aan het afwerken over software schrijven voor quantum computers met Microsoft tools en Azure Quantum. Ik verwacht dat dat boek binnenkort in productie zal gaan om dan ergens eind dit jaar of begin volgend jaar gereleaset te worden.
Hoe heeft ‘falen’, of wat leek op falen, je later succes gebracht? Heb je een favoriete ‘fail’?
Over deze vraag moet ik even nadenken, vooral omdat ik heel erg positief sta in het leven. Misschien wel dit, ik ben eigenlijk door het middelbaar onderwijs gewandeld. Ik ben nooit echt heel graag naar school gegaan, maar ook niet tegen mijn zin. Ik heb vooral in m’n vrije tijd mijn eigen ding gedaan, bijvoorbeeld mezelf leren programmeren met de hulp van een berg boeken (ik had in mijn tienerjaren nog geen toegang tot het internet). Ik heb ook nooit echt moeilijkheden gehad op school, ik heb nooit veel moeten studeren. Dingen die ik interessant vind, pik ik heel snel op, en de opleiding die ik toen volgende (Industriële Wetenschappen) was heel technisch en wetenschappelijk waardoor ik bijna alles interessant vond. Toch wist ik op mijn 18 eigenlijk niet heel goed wat ik wilde gaan doen met de rest van m’n leven.
Het is dankzij mijn wiskundeleerkracht, die vond dat ik heel goed was in wiskunde, dat ik de opleiding Informatica aan de KU-Leuven ben gestart. Ik heb daar het eerste jaar dubbel gedaan en dat is dus in mineur afgelopen. De vakken die mij interesseerden en die dus vaak met programmeren te maken hadden, daar had ik hele goede punten op. Voor de vakken die mij niet interesseerden had ik letterlijk nullen en enen. Mijn ouders waren daar niet heel blij mee en hebben mij dan ook gezegd dat het tijd was om een job te zoeken. Ik ben ongeveer twee jaar redder geweest in een gemeentelijk zwembad, en dat zou je misschien wel kunnen zien als falen. Tijdens die periode ben ik zelf gestart aan een Graduaatsopleiding in avondschool en ben ik, dankzij een heleboel vrijstellingen via de universiteit en de kennis die ik zelf in m’n vrije tijd al had opgedaan, na ongeveer kunnen starten als softwareontwikkelaar.
Ik weet niet hoe men leven eruit zou hebben gezien mocht ik die vijf jaar universiteit hebben afgemaakt. Ik ben er wel van overtuigd dat ik uiteindelijk heel goed terecht ben gekomen, dus misschien toch niet écht falen?
Welk advies zou je geven aan een pas afgestudeerde student informatica/ICT/…? Welk advies kunnen ze best negeren?
Ik zou, met de ervaringen die ik nu heb, de stap naar een universiteit nooit gemaakt hebben. Deze keuzes zijn natuurlijk heel erg persoonlijk dus ik wil hiermee niet zeggen dat dat voor iedereen van toepassing zal zijn. Ik denk dat je vooral je passie moet zoeken in wat je doet. Ik vond het vooral leuk om creatief bezig te zijn, dingen te bouwen en anderen te helpen. Als je jong bent moet je vooral veel tijd investeren in de dingen die je leuk vindt en die je later wil gaan doen. Ga zelf op zoek naar mogelijkheden om je interesses toe te passen: Vakantiewerk, vrijwilligerswerk, zelfstandig werk, iets dat je een verplichting geeft om doelen te behalen. Ikzelf heb geprogrammeerd voor m’n eindwerken op school.
Ik heb als 18-jarige vrijwilligerswerk gedaan voor een professor aan de universiteit Antwerpen en software geschreven om hen te helpen bij de analyse van data die werd gegenereerd door hun experimenten. Ik heb tijdens mijn tienerjaren, via het online platform rent-a-coder (dat niet meer bestaat), heel veel kleine applicaties ontwikkeld voor veel te weinig geld. De ervaring die je daarmee opdoet is veel meer waard dan een luistercollege op school.
Ik ben ervan overtuigd dat een job als softwareontwikkelaar heel wat energie vraagt. Je moet constant met je job bezig zijn, je moet de nieuwe ontwikkelingen volgen, openstaan om nieuwe dingen te proberen en veel met je collega’s praten. De passie voor softwareontwikkeling moet er dus wel écht zijn. Ik ben in mijn vrije tijd bezig met dezelfde technologie als professioneel, maar niet met dezelfde projecten. Werk en vrije tijd moeten gescheiden blijven zodat je toch een soort van rust en ontspanning kan vinden.
Wat zijn de belangrijkste evoluties die je ziet in jouw vakgebied?
De belangrijkste evolutie die ik heb gezien de laatste 10 jaar is openheid en community. Het bedrijf waar ik het meeste mee in aanraking kom, Microsoft, heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in z’n imago. De software die ik professioneel gebruik is meer open en in veel gevallen zelfs gratis geworden. .NET, het platform dat ik professioneel gebruik, is zelfs open-source geworden. Mijn mede-softwareontwikkelaars zijn meer verbaal en meer open geworden, we praten meer met elkaar, we helpen elkaar en we leren bij van elkaar, ongeacht voor welk bedrijf we werken.
Anderzijds, en misschien ook een beetje verontrustend, is dat de software-evolutie wel heel erg snel aan het gaan is. Ik heb het geluk om de .NET-wereld te volgen sinds het begin. Ik was daar toen nog niet professioneel mee bezig, maar ik heb het wel sinds 2001, de volledige evolutie dus, gevolgd. De snelheid waarmee softwareontwikkeling evolueert ligt heel hoog en versnelt nog. De nieuwigheden vandaag volgen elkaar veel sneller op dan pakweg 10 jaar geleden. Voor collega’s die net van school komen en nu in de wereld van softwareontwikkeling worden geworpen is het niet evident. Ik vind het dan ook mijn taak om hen daar zo goed mogelijk in te begeleiden.
Hoe kunnen bedrijven ervoor zorgen dat ze nog relevant zijn binnenkort?
Flexibiliteit en menselijkheid. Ik denk dat bedrijven vooral voor zichzelf en hun eigen personeel flexibeler moeten zijn, maar ook voor hun producten die ze naar de buitenwereld brengen. Dus minder in hokjes denken en niet meer producten maken voor een specifieke doelgroep. Flexibel op technologisch vlak, maar ook op menselijk vlak. Men moet de flexibiliteit hebben om relevant te blijven. Daar hoort die menselijkheid bij, bedrijven moeten menselijker zijn, dus niet alleen puur kapitalisme ‘wij hebben een product en wij moeten geld verdienen’. Een bedrijf moet iets goed doen voor de wereld en voor de mensen die hun producten gebruiken.
Welke app/tool/software gebruik je het meest?
Visual Studio van Microsoft. Zowel in mijn professionele leven als in mijn vrije tijd. Ook om bij te blijven, om dingen te leren en uit te proberen. Ik gebruik Microsoft Visual Studio bijna dagelijks om kleine applicaties te bouwen om m’n eigen leven thuis te vergemakkelijken.
Een voorbeeld: Twee jaar geleden hebben mijn vrouw en ik een moderne sauna laten installeren in de tuin. Die sauna heeft een ouderwetse gesegmenteerde Lcd-display. Ik ben dan ook meteen op zoek gegaan naar de specificaties van de elektronica achter deze display, alsook die van de temperatuursensoren en elektrische schakelaars om de verwarming aan te sturen. Ik heb dan zelf software geschreven en de Lcd-display vervangen door een Android tablet waardoor wij nu ook via onze smartphone een app kunnen gebruiken waarmee we de sauna kunnen besturen vanuit onze luie zetel. Sauna aan, wachten tot de doeltemperatuur bereikt is en gaan! Mijn applicatie ondersteunt zelfs muziek waardoor we nu ook audio kunnen afspelen in de sauna.
Omschrijf je jezelf als creatief of analytisch? En waarom?
Ik denk dat het zeker een combinatie van beide is: Analytisch ben ik sowieso want dat is eigen aan de job die ik uitoefen. Ik vind het altijd leuk om dieper na te denken over de dingen die ik ga doen, of die ik ga bouwen. Anderzijds voel ik me ook heel creatief en dat houdt de job heel interessant.
Ik herinner mij dat ik als kind echt heb geworsteld met verschillende dingen. Ik heb een heleboel creatieve hobby’s uitgeprobeerd zoals muziek, tekenen en knutselen. Allemaal zaken die ik leuk vond, maar waar ik niet heel erg goed in bleek te zijn. Pas toen ik met de computer van mijn moeder begon te prutsen op m’n 12, werd heel snel duidelijk dat ik enorm plezier beleefde om zelf programmaatjes te maken. Dat begon met eenvoudige console-applicaties maar dat werden al snel creatieve grafische spelletjes.